Woordenschat 

Het leren van een nieuwe taal kost 5 á 7 jaar. Hiervoor is effectief woordenschatonderwijs van groot belang. De leerlingen breiden hun woordenschat uit o.a. door middel van interactie met Nederlandssprekende leerlingen en feedback op hun taal van de onderwijzers.

Effectief woordenschatonderwijs vereist dat:​
 
  • Leerkrachten doelgericht werken​
  • Zij de leerlingen een (taal)rijke leeromgeving bieden​
  • Leerlingen de mogelijkheid krijgen om een persoonlijke woordvoorraad met diepere woordbetekenis op te bouwen
  • Leerlingen feedback krijgen van de leerkracht​
  • Leerlingen een gereedschapskist met strategieën aangereikt krijgen om zelf ook woorden te leren
 
Tips voor woordenschat onderwijs:
  • Bied standaard zinnen/vraagzinnen aan bij dagelijkse structuren. Bv ‘Mag ik naar de wc?’, ‘Ik wil in de hoek spelen’.
  • Label de woorden in de klas (zie verderop de link naar logo3000)
  • Ondersteun het dagprogramma met picto’s (zie verderop bij Traumasensitief onderwijs)
  • Geef aandacht aan de woorden van de materialen, voorwerpen, plekken in de klas.
  • Laat de leerlingen meedraaien in vaste structuren en rituelen zoals de dagen van de week, een dag opening, etc.



Nulft, D. van den & Verhallen, M. (2009). Met woorden in de weer: praktijkboek voor het basisonderwijs (2e herziene druk). Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Coenen, J. & Nout, M. (2012). Woorden in prenten, deel 1: prentenboeken en het NT2-onderwijs. Rotterdam: Bazalt Educatieve uitgaven.
 
Cookie instellingen